De geschiedenis van de tatoeage

De tatoeëermachine zoals we die kennen in de jaren 90 is in de afgelopen honderd jaar nauwelijks verandert. Van origine uitgevonden door Thomas Edison, en gepatenteerd in de Verenigde Staten op 8 augustus 1876 als de autographic printer. Deze machine was bedoeld om op harde oppervlakten te graveren. Een gelijksoortig apparaat was gepatenteerd door Thomas Edison een jaar eerder op 29 oktober 1875 in Engeland. Het jaar daarop patenteerde hij zijn stencilpen. Edison heeft er waarschijnlijk geen idee van gehad dat deze voorwerpen de manier veranderden waarop mensen in de komende eeuwen hun lichaam decoreerden. The Puma quick change Op 8 december 1891 kreeg S.F O' reilly zijn eerste patent voor een elektrisch tatoeëerapparaat. Zijn patent was alleen maar afgegeven voor de inktpatroon omdat de rest van het apparaat identiek was aan Edisons autographic printer. S.F O reilly wijzigde het patroon door de inktpatroon aan het ene eind en een naald aan de andere kant op een pen te bevestigen. Door deze uitvinding ontstond er de mogelijkheid om de naald een voor en achterwaartse roterende beweging te laten maken. O' reilly zijn foto kwam in de Los Angeles Sunday Times waarin hij zijn tatoeëermachine gebruikt, aangedreven door een batterij, op 24 oktober 1884. Echter, op de foto is niet goed te zien of het apparaat al is aangepast met de inktpatroon of dat Edisons originele patroon gebruikt werd, waardoor het zetten van een tatoeage langer duurde. Op 12 februari 1894 gaf de regering van Engeland een eerste patent af voor een elektrische tatoeëermachine aan Sutherland MacDonald in London. Zijn tatoeëermachine was niet zoals alle andere tatoeëermachines. Zijn machine was een enkelvoudig spoeltje dat aangedreven werd door elektriciteit. Vijf jaar later werd er een patent afgegeven aan een andere tatoeëerartiest A.C. South. Dit zou wel eens het eerste prototype van een tatoeëermachine kunnen zijn zoals we die nu kennen. South kreeg zijn patent op 18 juni 1899. Deze machine bestond uit twee spoeltjes, samengevoegd in een messing houder en een inktreservoir in de patroon. Het was door het Britse patent officieel geaccepteerd zowel als een tatoeëermachine als graveermachine. Dit was in het jaar 1900. In 1904 kwam er een Amerikaan met een ander tatoeëermachine op de markt. Charles Wagner vroeg zijn patent aan op 19 april 1904 en ontving zijn patent op 23 augustus datzelfde jaar. Wagners uitvinding had ook dubbele spoeltjes, alleen hij had de spoeltjes naast elkaar geplaatst. Ook deed hij nog meer uitvindingen zoals o.a. een draadspanningsapparaat, om de beweging van de naald te beheersen. De Wagner machine was de tatoeëermachine voor de komende 25 jaar. Er waren nog wel wat veranderingen en vernieuwingen gedurende deze periode, maar het was op 30 januari 1929 dat Percy Waters patent aanvroeg voor wat we nu kennen als de moderne tatoeëermachine. Waters machine was bijna identiek aan de machine van Wagner op enkele kleine veranderingen na waaronder een aan/uit knop.

Home - www.bulldeco.nl